En ook na drie jaar doet het nog pijn om dit hardop uit te spreken, en om me te beseffen dat we maar 29 jaar de tijd hebben gehad samen.
Men zegt wel dat tijd alle wonden heelt, maar dit leek er zo eentje te zijn die nooit zou dichten. Want ze was er niet meer. En ze zou er ook nooit meer zijn. Bij geen enkele gebeurtenis, hoe mooi, bijzonder of verdrietig ook. Mijn hele toekomst zou zonder mama zijn. En ik realiseerde me steeds vaker dat ze op de dag dat ze overleed ook een stukje van mij had meegenomen.
De heftige tijd en de beelden van tijdens d’r ziekte hebben zo’n impact gehad dat ik sinds d’r overlijden volledig “uit” leek te staan. Verstopt voor m’n eigen gevoel, m’n eigen emoties. Altijd maar bang voor die kwetsbare tranen. Bang dat iemand door dat laagje heen zou prikken. Bang voor de enorme leegte die ze achterliet. En hoe harder ik m’n best deed, hoe meer afstand ik creëerde. Afstand van anderen en van mezelf. Terwijl ik van binnen juist alleen maar meer verlangde naar de tranen. Naar die knuffel. Naar troost. En stiekem wilde ik niets liever dan dat iemand dat zou zien.
Marnie heeft dat masker nooit gezien. Al deed ik nog zo m’n best. Vanaf onze eerste ontmoeting voelde ik dat ze er dwars doorheen keek. Geen leugen zou bescherming bieden bij iemand zoals zij. En hoewel dit me af en toe bang maakte, was het tegelijkertijd heel fijn om te weten dat ze me doorhad. Ik wist dat het uiteindelijk goed zou komen. Dat ze me zou doorgronden en hierin niet zomaar zou opgeven. En dat gaf een veilig gevoel.
Ik heb in m’n ongeduld wel eens gezegd dat Marnie me harder moest aanpakken en strenger voor me moest zijn. Boos moest worden wanneer dat nodig was. Ik moest zo snel mogelijk breken. Ik dacht dat dit de manier zou zijn voor mij. Maar daar wilde ze niet aan. In plaats daarvan nam ze alle tijd die ik nodig had. En wat voelde ze dat goed aan. Met respect en begrip voor het maskertje dat zo nu dan weer even om het hoekie kwam kijken, hebben we samen toegewerkt naar het moment waarop ik er klaar voor zou zijn. Volgens Marnie moesten we niet het huilen proberen los te peuteren, maar dingen met elkaar gaan bekijken en verwerken. Van daaruit zouden de emoties vanzelf loskomen. Pas dan zou ik écht kunnen helen.
Vol bewondering en dankbaarheid kan ik inmiddels zeggen dat ze gelijk heeft gehad. Alles lijkt stapje voor stapje op zijn plaats te vallen en een plekje te krijgen. Het muurtje dat ik in de afgelopen jaren in alle zorgvuldigheid heb opgebouwd, lijkt langzaam om te vallen. Haar liefdevolle aandacht en zorgvuldige duwtjes, hoe klein ook, hebben ervoor gezorgd dat ik in de afgelopen tijd heel voorzichtig en in alle liefde ben gebroken, om nu vervolgens weer langzaam te helen. En dat op een moment waarop ik het niet meer verwachtte.
Sinds ik Marnie ken, groei ik elke dag. Ik durf me steeds meer open te stellen, zowel naar haar als naar mezelf, en ik ben me bewuster geworden van m’n eigen denken. Het is enorm waardevol om je te realiseren dat je dit denken zélf kunt (aan)sturen. Ik begin de laatste tijd dan ook langzaam te komen waar ik graag wil zijn. De leegte waar ik al die tijd bang voor was zal altijd blijven, maar Marnie heeft me er op zo’n manier naar laten kijken dat het inmiddels een heel mooi en bijzonder plekje begint te worden. Een plekje waar ik zo nu en dan heel graag eventjes ben.
Dank je wel, Krommie. Voor de fijne gesprekken, je eindeloze geduld, de bijzondere klik, je vertrouwen in mij, de ondeugende onderonsjes en de langverwachte tranen.
Door jou ben ik langzaam veranderd in de vrouw van wie ik wist dat ik haar kon worden, mede door af en toe ook gewoon weer heel even het meisje van vroeger te zijn.Ik vind je rete bijzonder.
Op weg naar een krachtige en liefdevolle jongedame